Dag 1 (Foto's dag 1)
Per dagtrein reist u van Roosendaal naar Avignon. Hier komt u ‘s avonds aan, waarna een
korte transfer van ca. een half uur u naar het dorpje Maussane-lès-Alpilles brengt.
Overnachting in Maussane-lès-Alpilles, Val Baussenc.
Dag 2 (Foto's dag 2)
‘s Ochtends bezoekt u aan de noordzijde van de Alpilles het Mausoleum en de Triomfboog
van Les Antiques, beide daterend uit de eerste eeuw voor Christus en nog in goede staat. Hier
vlakbij liggen de opgravingen van Glanum. Deze van
oorsprong Kelto-Ligurische legerplaats kwam in
de derde en tweede eeuw voor Christus onder invloed van de Hellenistische havenstad Massilia
tot grote bloei. Niet ver hier vandaan ligt het klooster van St.Paul-de-Maussole, waar de
door het intense Provençaalse licht tot waanzin gedreven van Gogh zijn productiefste
dagen kende. ‘s Middags maakt u een wandeling dwars door het kale kalksteenmassief van
Les Alpilles naar Les Baux-de-Provence. Onderweg treft u een schaarse begroeiing van
steeneiken en talrijke orchideeënsoorten aan. U heeft fraai uitzicht over de Alpilles en
het Rhônedal. Naarmate u Les Baux nadert, wordt het verweerde kalksteenlandschap
grilliger. De wandeling eindigt in het op een hoog rotsplateau gelegen stadje. De middag
eindigt met een bezoek aan het kasteel en landgoed van Estoublon, waar u alles te weten komt
over de olijf- en wijnbouw van de Provence. Lengte wandeling: ca.10 km, 200 m stijgen
en 100 m dalen. Duur ca. 3,5 uur.
Overnachting in Maussane-lès-Alpilles, Val Baussenc.
Dag 3 (Foto's dag 3)
Ten zuiden van de Alpilles strekt zich de uitgestrekte vlakke delta van de Rhône uit:
het beschermde moerasgebied van de Camargue, een van de belangrijkste wetlands en
vogelgebieden rond de Middellandse Zee. Vanuit het stadje Saintes-Maries-de-la-Mer,
bedevaartsoord voor zigeuners uit heel Europa, maakt u een fietstocht
door dit bijzondere gebied op de grens van land en zee. U fietst over de halfverharde Digue a
Mer, de dijk die de zee van de brakwatermoerassen van de Camargue scheidt. Flamingo’s
en diverse reigersoorten foerageren in deze ondiepe en voedselrijke wateren. Verderop fietst
u tussen de voor de zoutwinning aangelegde lagunes naar het afgelegen strand van Beauduc,
waar u in een van de op het strandtentjes heerlijke verse vis eet. Na de lunch fietsen we
verder over stille weggetjes naar de oostelijke oever van het grote Etang de Vaccarès,
waar de fietstocht eindigt bij het bezoekerscentrum van het natuurreservaat, waar u veel over
de natuur en historie van de Camargue te weet kunt komen. Lengte fietstocht: 40 km, 5 uur.
Overnachting in Maussane-lès-Alpilles, Val Baussenc.
Dag 4 (Foto's dag 4)
In de ochtend bezoeken we Arles, war u gelegenheid heeft de imposante Romeinse bouwwerken, zoals de
Arena en het Amfitheater te bezoeken. Verder zijn ook het klooster van St.Trophime, waar
vooral de Romaanse kloostergang en het hoofdportaal bijzonder mooi zijn, en de reeds vijftien
eeuwen oude necropolis van Les Alycamps zeer de moeite waard. U kunt er natuurlijk ook op
zoek gaan naar de atmosfeer die Vincent van Gogh er meer dan honderd jaar geleden vond. Het
bruggetje van Van Gogh ligt enkele kilometers buiten de stad, aan de rand van een
industrieterrein. Ook in de Provence heeft de tijd niet stilgestaan. ’s Middag rijden
we via het Parfummuseum van Graveson, waar uw reukzin wordt geprikkeld, naar Fontaine de
Vaucluse, waar we onze intrek nemen in een sfervol hotel dat op loopafstand van de befaamde
karstbron ligt. Vanavond dineren we in een uitstekend restaurant in Fontaine.
Overnachting in Fontaine-de-Vaucluse, Hotel du Poete.
Dag 5 (Foto's dag 5)
Vandaag bezoekt u het grillige rotsmassief van de Dentelles de Montmirail, dat zich aan de
westelijke voet van de Mt.Ventoux uitstrekt. De wandeling start in het mooie dorpje Gigondas. U
wandelt onderlangs de vele scherp gekartelde rotskammen en tussen de wijngaarden van de
"Ventoux Appellation Controlée" naar het dorpje Montmirail, waar u in een goed
restaurant kunt lunchen. Op sommige plaatsen zijn grote hoeveelheden fossielen in de kalksteen
te vinden, het bewijs dat dit gesteente ooit in zee is ontstaan. De wandeling eindigt met een
korte afdaling naar de kapel van Aubune. In Beaumes-de-Venise kunt u na de wandeling in een van
de wijnproeverijen de zoete muskaatwijn en de helder rode Côte de Beaumes proeven.
’s Avonds kunt u dineren in een van de restaurants van Fontaine de Vaucluse (niet
inbegrepen). De lengte van de wandeling is 11 km, wandeltijd 4 uur,
350 m stijgen en 400 m dalen.
Overnachting in Fontaine-de-Vaucluse, Hotel du Poete.
Dag 6 (Foto's dag 6)
Na een korte rit bezoekt u de Cistercienzer abdij van Senanque,
één van de Drie Zusters van de Provence.
De sobere Romaanse bouwstijl is in perfecte harmonie met het ruige
landschap van het Plateau de Vaucluse. De abdij ligt in een vlak, beschut deel van de vallei
van de Sénacole, dat door de monniken in cultuur is gebracht. De abdij is gesticht in
1148 door de orde die soberheid en ascese hoog in het vaandel droeg. Na het bezoek aan het
klooster maakt u een fraaie wandeling over het uitgestrekte Plateau de Vaucluse, bedekt met
eikenbossen, waar in het voorjaar een grote variatie aan orchideeën te vinden is. U
passeert de eenzame boerderijruïne van Pouraque, een fraaie lunchplek. Via de kale
rotsen van Roque Pourquière, vanwaar u een mooi uitzicht heeft over de Venaissin,
daalt u door een droge vallei af naar Fontaine de Vaucluse. U dineert vanavond in een
vermaard restaurant in het dorpje Les Imberts: Le Mas de Tourteron. Gerund door twee
vrouwelijke chefs. Het restaurant is gesitueerd in een 18e eeuwse ‘mas’, met een
mooie tuin met kersenbomen. Een uitstekende Provençaalse keuken.
Lengte 10 km, 350 m stijgen en 600 m dalen, wandelduur 4 uur.
Overnachting in Fontaine-de-Vaucluse, Hotel du Poete.
Dag 7 (Foto's dag 7)
Een korte rit brengt u in Gordes, hoog boven de vallei van de Coulon gelegen, gebouwd tegen
een heuvel waarin de huizen lijken te zijn uitgehakt. Ooit was het een machtige en
belangrijke stad, getuige het imposante kasteel van de Seigneurs de Simiane (midden zestiende
eeuw). In de negentiende eeuw raakte het stadje in verval en het bombardement door de
Duitsers in augustus 1944 leek de doodsteek. In de jaren 60 werd Gordes `ontdekt' door
kunstenaars als de Hongaarse schilder Vasarely. Nu is het stadje populair zowel bij
toeristen, als bij Parijzenaars met genoeg geld voor een riant buitenhuis. Toch heeft het
oude dorpscentrum met het labyrint van smalle, steile steegjes nog een heel charmant en
authentiek karakter. Het uitzicht op de vallei van de Coulon en het Massif du Lubéron
is de moeite waard. Vervolgens maakt u een rustige wandeling door het vlakke dal van de
Coulon, naar het rode dorp Rousillon.
U wandelt door het welvarende akkerland tussen de
ruige massieven van de Vaucluse en de Luberon. Dit is het gebied waar de Provençaalse
keuken haar oorsprong vindt.
Wandeling: 12 km, 4 uur, 200 m stijgen en dalen. Na de wandeling
luncht u in het vermaarde restaurant van Bernard Mathys. De bewoners van Roussillon, gelegen
bovenop een okerkleurige heuvel middenin de vallei van de Coulon, gaan er prat op dat `hun'
landschap nagenoeg alle kleuren van de regenboog bevat. Dit is vooral te danken aan de oker
die hier in de grond zit en qua kleur varieert van geel, via oranje en rood tot violet en
bordeaux. Het gebied wordt wel 'Little Colorado' genoemd. In het pleisterwerk van de huizen
is het rood alom aanwezig, vandaar de naam Roussillon (van het Latijnse "Vicus Russulus",
Rode Heuvel). Vanaf het Castrum, het hoogste punt van het dorp, waar in de Middeleeuwen een
kasteel stond, is vooral bij een lage zonnestand het zicht op de rode huizen en rode kliffen
van de groeve, die de heuvel van Roussillon heeft aangevreten, onvergetelijk. Volgens de
legende is de grond rondom Roussillon roodgekleurd door het bloed van twee geliefden die hier
op onsmakelijke wijze de dood vonden. Vanuit het dorp kunt u een korte rondwandeling door de
okergroeve maken. Vanaf Rousillon volgt een korte rit (23 km) naar de volgende
overnachtingsplaats, Lourmarin.
Overnachting in Lourmarin, Le Mas De Guilles.
Dag 8 (Foto's dag 8)
Vandaag wandelt u vanaf het kleine gehucht Buoux langs de gelijknamige kalksteenwanden
naar het groene dal van de Aigue Brun. Het is het enige riviertje van de Lubéron dat
permanent water bevat. Vandaar de weelderige plantengroei in de vallei. Een korte klim brengt
u bij het Fort van Buoux. Op dit vlakke rotsplateau, hoog boven de Aigue Brun, hebben zich al
sinds het bronzen tijdperk mensen verschanst. In de zestiende eeuw bliezen protestanten het
fort nieuw leven in. In 1660 werden ze er op last van de Franse koning Lodewijk XIV weer uit
gejaagd. Interessant zijn de vestingtoren (donjon) op de top van de rots, vanwaar men een
mooi uitzicht heeft, de prehistorische opslagruimtes (ronde gaten in de kalksteenrots), de
geheime trap en het prachtige uitzicht. Onderweg is een uitgebreide picknick georganiseerd.
Na de wandeling heeft u nog even gelegenheid om in Lourmarin rond te kijken of op een
terrasje te genieten van een goed glas Pastis of rode wijn. Het meest interessante van
Lourmarin is het net buiten het dorp gelegen renaissance kasteel.
Wandeling 9 km, 3 uur, 250 m stijgen en dalen.
Overnachting in Lourmarin, Le Mas De Guilles.
Dag 9 (Foto's dag 9)
Op zaterdagochtend wordt in Apt een levendige Provençaalse markt gehouden, een lust
voor alle zintuigen, waar u de inkopen voor de picknick van vandaag kunt doen. Dan gaan we op
weg voor de laatste wandeling en rijdt u via smalle weggetjes
tot hoog op de bergrug
van de Petit Luberon. Op sommige plaatsen is de brede rug dicht begroeid met aleppodennen en
ceders. Als u onderlangs een fraaie rotswand wandelt heeft u een prachtig uitzicht.. Vooral
wanneer de mistral waait en het op het plateau koud kan zijn, is het uitzicht bijzonder goed.
Een lange maar fraaie afdaling over de zuidelijke helling van de Luberon volgt. De vegetatie
is hier op de zonovergoten zuidzijde van de Luberon totaal verschillend van die van de
noordhellingen van het massief. De vegetatie op de zuidhelling is gedegenereerd tot een
maquis die gonst van de insecten en een paradijs is voor reptielen en vogels. Hier haalt de
Provençaalse keuken haar kruiden vandaan haalt: Myrthe, Tijm, Rozemarijn, etc. Aan de
voet van de heuvelrug staat het busje te wachten om u naar Lourmarin terug te brengen.
Onderweg is er gelegenheid om even tussen de ruïnes van Vieux-Merindol rond te kijken,
een dorp dat tijdens de razzia’s tegen de gereformeerde Waldenzen in de zestiende eeuw
werd verwoest. Wandeling: 10 km, 400 m dalen, 4 uur.
Overnachting in Lourmarin, Le Mas De Guilles.
Dag 10 (Foto's dag 10)
Per minibus rijdt u in een klein uur naar Avignon. Voor u de trein naar Nederland neemt, heeft u
waarschijnlijk nog even de tijd rond te kijken in deze culturele hoofdstad van de Provence.
De geheel ommuurde Middeleeuwse stad is niet alleen bekend van het liedje over de brug van
St.Bénezet, maar is minstens zo beroemd als cultuur- en festivalstad. Haar rijkdom en
historische waarde heeft Avignon te danken aan de periode tussen 1309 en 1377, toen zeven
Pausen en Anti-Pausen in de stad woonden en er een imposant paleis lieten bouwen. Maar ook
het schilderijenmuseum in het Petit Palais, de tuinen en pleintjes en het uitzicht vanaf de
Roc des Dômes, de vele kerken en de vriendelijke sfeer op het grote plein voor het
Pauselijk Paleis en in de schilderachtige straatjes (zoals de Rue des Teinturiers) maken deze
stad zo bijzonder. Het bezoek aan Avignon is onder voorbehoud en afhankelijk van de
definitieve vertrektijd van de trein waarmee u terugreist naar Nederland.